Hoeveel kunstmest mag u in de toekomt nog strooien op grasland? En welke kunstmest? Een actuele vraag in de fase waarin de melkveehouderij verkeert. Voedingsadviseur Henry van Ittersum van EuroKoeIdee is één van de sprekers van Melken voor Morgen. Hij kan u niet precies vertellen wat u in de toekomst wel en niet mag aanwenden als kunstmest of krachtvoer. Hij kan wel vertellen wat u moet doen als u het gehalte ruw eiwit in het rantsoen tot 16 procent verlaagd en toch de hoge productie wil behouden. Stelschroeven zijn de voerstrategie afstemmen op het ras en lactatiecurves die niet pieken, maar persistent zijn. Ook qua eiwitbenutting is er nog veel te winnen volgens Van Ittersum. Hij vindt dat veel op het bedrijf geteeld eiwit niet benut wordt. Denk daarbij aan vers gras en weidegang. 

Als eiwit toekomt aan de oudmelkte koeien, resulteert dat in vlakkere lactatiecurves en daarmee een betere benutting, wat volledig past in de kringloopvisie. “Maar om vlakke lactatiecurves te bereiken, moeten melkveehouders eerst af van de strategie waarmee ze bij nieuwmelkte koeien de eiwitkraan openschroeven en deze na 150 lactatiedagen weer dicht gaan draaien. De werkwijze moet  180 graden om”, vindt Van Ittersum. “Nieuwmelkte koeien hebben uitmuntende verzorging nodig om goed te produceren, geen extra eiwit. Dat resulteert in een hoge piekproductie die je later in de lactatie (na 150 dagen) aan de koe terugbetaalt in de vorm van productiedaling door ketose, bevangenheid of slechtte vruchtbaarheid. Na die 150 dagen moet je aan de koe gaan trekken om de productie vast te houden. Ze is dan drachtig en geeft prioriteit aan het kalf dat ze draagt.”

Van Ittersum adviseert vanaf 150 dagen het eiwit te gaan voeren dat je hebt bespaard door de piek in het lactatiebegin niet te stimuleren met het verstrekken van extra eiwit. Het liefst ziet hij bij de oudmelkte koeien een rantsoen met een ruw eiwitgehalte van 16,5 procent tegen 15,5 procent bij de nieuwmelkte koeien en een OEB onder 300. Eventueel kan extra DVE worden aangeboden. Tijdens Melken voor Morgen bespreekt Van Ittersum onder meer een voerstrategie waarmee melkveehouders gestaag maar probleemloos de hoeveelheid eiwit in de eerste 150 lactatiedagen kunnen terugschroeven met als doel persistente lactatiecurves.