Uiergezondheid zichtbaar maken met doe-het-zelf bacteriologisch onderzoek Dorieke van der Heide is geboren en getogen in Biddinghuizen, met in haar familie melkveehouders. Ze koos voor de opleiding Dier- en Veehouderij aan Aeres Hogeschool in Dronten. Tussentijds startte ze in 2018 bij Van Veelen Holsteins haar bijbaan. Eerst als administratieve hulp waarna ze ook tussen de 650 hoogproductieve melkkoeien aan het werk ging. Het bekommeren om de gezondheid van de koeien had haar interesse. Na haar HBO-opleiding in Dronten volgde ze in Barneveld opleiding tot paraveterinair dierenartsassistente. Sinds de afronding werkt ze voltijd tussen de koeien van Van Veelen. Van der Heide werkt met doe-het-zelf bacteriologisch onderzoek, afgekort DHZ BO. Dat  betekent dat ze op het bedrijf melkmonsters van koeien met mastitisverdenkingen op kweek zet. Ze heeft de kunde en kennis verworven zelf goed melkmonsters te nemen, te swabben, uit te strijken, op te kweken en af te lezen, zoals dat in laboratoria ook wordt gedaan. Dat helpt Van Veelen Holsteins bij gebruiken van minder antibiotica en ook minder tweede keus antibiotica,  electief droogzetten en opsporen van hygiëneproblemen.

Van der Heide wordt begeleidt door dierenarts Jan Dijkhuizen, deels verbonden aan dierenartsenpraktijk De Graafschap en deels zelfstandig. Dijkhuizen groeide op een veehouderijbedrijf in  Drenthe op en koos voor een diergeneeskundige studie in Utrecht waarna hij landbouwhuisdierenarts werd met een voorliefde voor rundvee. Dijkhuizen ontwikkelde het concept voor DHZ BO en instrueert en begeleidt melkveehouders die ermee werken.  Jan Dijkhuizen benadrukt dat de dierenarts verantwoording draagt voor vermindering van het antibioticaverbruik. Dat leidt wel eens tot ongemakkelijke situaties. “Melkveehouders wensen te werken met middelen waarmee ze voorheen de beste resultaten behaalden, vaak tweede keus middelen die de dierenarts vanuit de  antibioticaopgave liever niet voorschrijft. Dan ontstaat onbegrip en ontevredenheid”, is de ervaring van Dijkhuizen. Daarom zette hij het concept DHZ BO op, om uiergezondheid en effecten van  behandelingskeuzes voor de melkveehouder zichtbaar te maken. Tijdens Melken voor Morgen neemt Dijkhuizen u in vogelvlucht mee door de cursus DHZ BO en vertelt hij hoe melkveehouders vaker succes boeken met minder tweede keus middelen. Bij Van Veelen wordt tegenwoordig elke koe met ook maar de kleinste mastitisverdenking gemonsterd. De bedrijfsapotheek is minder  uitgebreid geworden en tweede keus antibiotica ligt er niet meer op voorraad. Dat is nu net één van de doelen die Jan Dijkhuizen nastreeft. Bij droogzetten worden alle koeien met een verhoogd  celgetal gemonsterd om tot een besluit te komen voor het droogzetten, op kwartierbasis. Ook bijvoorbeeld speenpunten, biest, boxstrooisel en iglo’s kan Van der Heide zelf controleren op  aanwezigheid van bepaalde kiemen om de oorzaak van problemen op te sporen. Hoe DHZ BO bij Van Veelen Holsteins is uitgegroeid van noodzakelijk kwaad tot onmisbare tool, en welke lessen  en voordelen daaruit gehaald zijn, vertelt Van der Heide tijdens Melken voor Morgen.

Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat meer dan een kwart van de nieuwe gevallen van mastitis de oorspong vindt in de melkstal of melkrobot. Tijdens Melken voor Morgen bespreekt melkwinningsadviseur Johan Grolleman van Melkwinning J.A. enkele casussen en ervaringen uit de praktijk waarin uiergezondheidsproblemen waren terug te voeren op de melktechniek.

Johan Grolleman

Johan Grolleman werkt sinds 2003 als zelfstandig melkwinningsadviseur, daarvoor werkte hij bij DLV als melkwinningsspecialist. Zijn interesse voor melktechniek ontstond tijdens het landelijke celgetalproject begin jaren 90, nu is hij er dag in dag mee bezig. Grolleman adviseert bij ver- en nieuwbouw van melkstallen en melkrobots, bijvoorbeeld over koerouting en capaciteit. Waar discussie ontstaat over het al of niet goed functioneren van een melkstal of melkrobot, wordt Grolleman dikwijls ingeroepen, maar nog vaker als men in het duister tast als problemen ontstaan op het gebied van melkkwaliteit en uier- of koegezondheid. 

Vraagt u uzelf weleens af waarom koe A symptomen van omgevingsmastitis laat zien, terwijl koe B dit niet doet? En dat terwijl koe B in dezelfde periode droog stond, in dezelfde box lag en door hetzelfde melkstel gemolken werd? Het al of niet ontstaan van de ontsteking na een infectie met een mastitisverwekker wordt beïnvloedt door de infectiedruk, de immuniteit van de koe en het type kiem dat is binnengedrongen. Sofie Piepers, verbonden aan de Faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Gent en mede-initiatiefnemer zowel het M-team als Mexcellence, gaat tijdens Melken voor Morgen in op dit vraagstuk. Het M-team binnen de faculteit bestaat uit dierenartsen en laboranten die zich bezighouden met onderwijs, dienstverlening en wetenschappelijk en toegepast onderzoek op het gebied van mastitis.

Sofie Piepers
Piepers studeerde af in 2005 als dierenarts. Daarna richtte ze het M-team, ofwel het Mastitis-team op met collega Sarne De Vliegher. Piepers hoort, vertelt en netwerkt graag op wetenschappelijke conferenties en wordt mede daardoor inmiddels wereldwijd gewaardeerd als uiergezonheidsspecialist. Met De Vliegher en Dimitri Valckenier is ze het gezicht achter Mexcellence dat dierenartsen en adviseurs ondersteunt in de bedrijfsbegeleiding op het gebied van uiergezondheid.

Tijdens Melken voor Morgen gaat de Vlaamse dierenarts Zyncke Lipkens in op het fenomeen celgetaldifferentiatie waarbij niet alleen het aantal leukocyten per milliliter gemonsterde melk wordt gemeten, maar deze verder worden uitgesplitst naar macrofagen, neutrofielen en granulocyten. Deze uitsplitsing is een compleet nieuw kengetal voor de uiergezondheid waarmee aanzienlijk meer en vooral ook eerder informatie over het verloop van uierontsteking wordt ingewonnen.

Zyncke Lipkens
Zyncke Lipkens is dierenarts en werkzaam als relatiebeheerder zuivel en melkveehouderij bij Melkcontrolecentrum (MCC) Vlaanderen. Ze studeerde in 2014 af als dierenarts, promoveerde in 2019 bij het M-team van Universiteit Gent op het thema selectief droogzetten en infectiedynamiek in de droogstand, werkte als data-analist bij AMCRA in Brussel, het Belgische kenniscentrum voor antibioticagebruik en -resistentie bij dieren, als dierenarts bij de diergezondheidsdienst van Vlaanderen en sinds kort bij Melkcontrolecentrum Vlaanderen waar ze zich richt op verbetering van de dienstverlening naar de sector toe.

Op 12 oktober aanstaande wordt voor de derde keer het kennisevenement Melken voor Morgen Rundveehouderij georganiseerd. Dit jaar staat het thema ‘uiergezondheid’ centraal.

Zes topsprekers, waaronder Zyncke Lipkens van Melkcontrolecentrum Vlaanderen, dierenarts Jan Dijkhuizen van De Graafschap Dierenartsen en Dorieke van der Heide van melkveebedrijf Van Veelen Holsteins in Biddinghuizen, zullen acte de présence geven. 

Dierenarts Zyncke Lipkens komt uitleg geven over het principe celgetaldifferentiatie waarmee mastitis kan worden herkend aan de verschillende celtypen in de melk, nog voordat mastitis überhaupt zichtbaar wordt. Dijkhuizen en Van der Heide vertellen over de ervaringen met en resultaten van het on-farm opkweken van melkmonsters voor snelle detectie van de mastitisverwekker.

Het evenement vindt plaats op het prachtige landgoed Nergena in Bennekom. Uiteraard is er ruimte om te netwerken met uw collega-melkveehouders en andere professionals binnen de sector. Als abonnee van Elite, Veehouderij Techniek, V-focus en/of Veearts kunt u Melken voor Morgen gratis bezoeken. Er zijn slechts vijftig plaatsen beschikbaar, dus wees er snel bij en reserveer uw gratis plek.

Wij kijken ernaar uit u te mogen verwelkomen op 12 oktober aanstaande bij de derde editie van Melken voor Morgen Rundveehouderij. Dit evenement wordt mede mogelijk gemaakt door Boumatic en SenseHub.

De 2023-editie van Melken voor Morgen met thema uiergezondheid vindt plaats op donderdag 12 oktober. De onderwerpen die aan bod komen zijn melk- en sensortechniek om uiers gezond te houden en infecties snel te herkennen, hygiëne en ziektedetectie aan de hand van melkparameters.

Deelname aan de studiedag kost 129 euro en is voor Elite-lezers met een Elite-totaalabonnement gratis.

Wilt u Melken voor Morgen ook bijwonen? Wij hebben 50 plekken speciaal gereserveerd voor rundveehouders. Wees er dus snel bij en bestel alvast uw tickets!

Tijdens Melken voor Morgen op 13 oktober zal dierenarts Thomas Lowie aan de hand van voorbeelden uit de praktijk laten zien hoe goed kalveren hun klinische tekenen van pneumonie voor melkveehouders en dierverzorgers kunnen verbergen en hoe de vaststelling van een longontsteking met snelscan longechografie verbeterd kan worden. Verder zal Lowie ingaan op de mogelijkse economische gevolgen van een late detectie van pneumonie.

De passie van Thomas Lowie voor vee ontstond op de kinderboerderij in de stad. Hij koos voor de studie Diergeneeskunde aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent. Inmiddels werkt Lowie aan zijn doctoraat onder leiding van professor Bart Pardon.

In een van zijn onderzoeken werden 900 kalveren klinisch en longechografisch beoordeeld. Het doel van het onderzoek is bepalen welke klinische tekenen, of welke combinatie van klinische tekenen, betrouwbaar zijn om de aanwezigheid van pneumonie te voorspellen. En dit met behulp van de bijna goudstandaard longechografie. Van alle klinische tekenen blijkt dat enkel hoest het best presterende klinisch teken is. Hoest kan echter meerdere oorzaken hebben en veel kalveren met pneumonie vertonen geen enkele klacht. Dit wordt een subklinische pneumonie genoemd. Ook het huisvestingssysteem, het doeleinde (vleesvee of melkvee) en de leeftijd (gespeend of niet) hebben invloed op het uiten van klinische tekenen.

Het vroegtijdig vaststellen van pneumonie aan de hand van zichtbare tekenen blijkt erg moeilijk. Snelscan-longechografie is een eenvoudige en een makkelijk aan te leren techniek die minder onderworpen is aan verschillen in de menselijke interpretatie.

In de tweede fase van zijn onderzoek werkt Lowie aan een diagnostische methode die een virale van een bacteriële longontsteking, kan onderscheiden. Hiervoor zoekt hij naar patronen in verschillende biomarkers, op basis van klinische en echografische parameters. Het doel hiervan is om op een eenvoudige en snelle methode al bij een eerste constatering van pneumonie, een onderscheid te kunnen maken en de eerste behandeling hierop af te stemmen, in afwachting van de resultaten van de laboratoriumanalyse.

Melken voor Morgen vindt plaats op donderdag 13 oktober 2022 in Kamerik. Lees meer informatie, ook over het aanmelden.

In Halle heeft Gerjo Koskamp een biologisch dynamisch bedrijf met melkkoeien en kaasmakerij, een tuinderij en een boerderijwinkel. De koeien leven in een familiekudde. De melkgevende koeien, de zuigende kalveren tot drie maanden leeftijd en het jongvee van negen maanden en ouder leven in één groep.

Al 20 jaar houdt Gerjo Koskamp de koeien en de kalveren bij elkaar. Hij werkte al eens met het systeem van zogenoemde ‘pleegmoeders’ waarbij één koe meerdere kalveren zoogt, maar stapte daar weer vanaf. De kalveren zijn in de eerste drie levensmaanden altijd bij de koeien en elke koe kan haar eigen kalf zogen. De dieren produceren zonder krachtvoer en leveren melk op basis van enkel kruidenrijk gras. In combinatie met de zogende kalveren heeft dit een interessant gevolg: de koeien worden maar eenmaal per dag gemolken. En ja. “Het kan wel eens gebeuren dat het kalf niets over heeft gelaten en de koe niets meer geeft”, vertelt Koskamp. “Als het kalf tussen twee en drie maanden is komt dat met dit extensieve en krachtvoerloze systeem weleens voor, vooral bij jonge koeien. Bij oudere koeien komt dit niet voor.” Koskamp stapte eind jaren ’90 in het intensieve melkveebedrijf met 60 melkkoeien op zandgrond in de Achterhoek. Nu heeft hij nog 30 biologisch dynamische melkkoeien. Begin 2021 halveerde hij de veestapel en bouwde een kaasmakerij. Sindsdien gaat alle melk in de eigen kaas en wordt verkocht in de eigen winkel, op markten, in winkels in de regio en in exclusieve winkels in onder andere Amsterdam. Koskamp heeft zijn eigen markt gezocht en de afzet georganiseerd. En dat moet ook stelt hij, want de zuivelfabriek betaalt niet genoeg voor melk van koeien waar kalveren bij blijven.

Pionieren

“We bereiden de consument voor op een tijd waarin meer betaald wordt voor een product dat aan de maatschappelijke wensen voldoet, meer melkveehouders zullen er uiteindelijk hun voordeel mee doen”, beredeneert Koskamp. “Dat is wat pioniers doen.” Tijdens Melken voor Morgen voert hij ons mee door 20 jaar pionieren met kalveren bij de koe, welke nadelen hij heeft ervaren en welke voordelen drie maanden zuigen bij de moederkoe oplevert. Kalverdiarree kent Koskamp alleen uit het verleden en datzelfde geldt voor antibiotica en wormbesmettingen. Ook de uitval onder de kalveren is bijzonder laag op het bedrijf.

Melken voor Morgen

Melken voor Morgen vindt plaats op donderdag 13 oktober 2022 in Kamerik. Lees meer informatie, ook over het aanmelden.

Elke kalverstal zou een voerkeuken moeten hebben. Dat vindt Bert van Niejenhuis. Tijdens het evenement Melken voor Morgen vertelt waarom een goed georganiseerde voerkeuken het begin is van een goede opfok.

Van Niejenhuis stelt dat de voerkeuken het begin is van een goede opfok. In de opfok is nog veel te halen meent de dierenarts en mede-eigenaar van de Dierenartsengroep Rivierenland. “Op de meeste bedrijven ontbreken protocollen voor de verzorging van de kalveren, juist protocollen zorgen voor rust, reinheid en regelmaat, de basis van de kalveropfok”, stelt hij. “Als je volgens een protocol wil werken, moet je het jezelf makkelijk maken”, vervolgt hij. Precies daarvoor is een goed georganiseerde voerkeuken in de kalverstal nodig waar alles wat je nodig hebt snel voorhanden is en waar je nauwkeurig en hygiënisch melkvervanger kunt maken. Tijdens Melken voor Morgen gaat Van Niejenhuis in op het werken met protocollen en laat hij zien hoe een georganiseerde voerkeuken eruit ziet.

In de lezing van Bert van Niejenhuis tijdens Melken voor Morgen staan naast de voerkeuken nog twee andere aspecten van de kalveropfok centraal. Zo vindt hij de cuddlebox een belangrijk onderdeel in de levensstart van het kalf. Met behulp van de cuddlebox worden koe en kalf niet direct gescheiden en genieten beide de voordelen van onder andere het drooglikken van het kalf door de koe. Met de cuddlebox zijn echter de hygiëne en veiligheid gewaarborgd.

Daarnaast vindt Van Niejenhuis dat de ventilatie in de kalverstal meer aandacht verdient. Vooral in de winter gaat het hier nog weleens mis, vindt hij. Met optimalisatie van het ventilatiesysteem kunnen veel longproblemen voorkomen volgens van Niejenhuis. Hoe een optimale ventilatie in de kalverstal eruit ziet en bereikt wordt, vertelt Van Niejenhuis op 13 oktober tijdens Melken voor Morgen in Kamerik.

Bert van Niejenhuis is geboren in Groningen en bracht er zijn vrije tijd vaak door op het melkveebedrijf van zijn grootouders. Na zijn studie diergeneeskunde werkte hij een aantal maanden op een Russisch melkveebedrijf aan een klauwgezondheidsprogramma. In 2011 werd Van Niejenhuis mede-eigenaar van de huidige Dierenartsengroep Rivierenland. Van Niejenhuis is medeoprichter van Vetwerk dat softwarematige oplossingen ontwikkeld om de bedrijfsbegeleiding door dierenartsen op melkveebedrijven te digitaliseren en te koppelen met managementpakketten die op melkveebedrijven worden gebruikt. Sinds 2008 is van Niejenhuis trainer bij CowSignals en verzorgt hij lezingen en workshops in Europa, Azië en Noord-Amerika.

Melken voor Morgen vindt plaats op donderdag 13 oktober 2022 in Kamerik. Lees meer informatie, ook over het aanmelden.

Op 13 oktober zullen specialisten op het gebied van longgezondheid verschillende aspecten hierbij bespreken en toelichten. De eerste twee sprekers stellen wij alvast graag aan u voor.

Thomas Lowie is onderzoeker. Na zijn studie Diergeneeskunde aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent is hij nu bezig met een doctoraat onderzoek. Tijdens Melken voor Morgen zal Lowie aan de hand van voorbeelden uit de praktijk laten zien hoe goed kalveren hun klinische tekenen van pneumonie voor melkveehouders en dierverzorgers kunnen verbergen en hoe de vaststelling van een longontsteking met snelscan longechografie verbeterd kan worden. Verder zal Lowie ingaan op de mogelijkse economische gevolgen van een late detectie van pneumonie.

De tweede spreker is Stan Jourquin. Stan rondde in 2020 zijn studie Diergeneeskunde met specialisatie herkauwers af aan de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit  Gent. Tijdens Melken voor Morgen gaat Jourquin in op precisiebehandeling bij kalveren met longproblemen en op de financiële impact van een kalf met pneumonie dat tijdig of juist te laat wordt behandeld. 

.